In de loop van het leven veranderen de behoeften en motieven van de mens. Elke leeftijdsfase brengt andere behoeften en motieven met zich mee. Iemands motivatie met betrekking tot het werk verandert dus met de jaren. Per leeftijdsfasen zijn er bepaalde behoeften en motieven te benoemen. Deze kunnen per persoon nog verschillen.
De twintiger
Over het algemeen is de twintiger positief ingesteld. Het hele leven ligt nog voor hem. De twintigers doen graag veel kennis over zichzelf op. Ze zoeken hun eigen grenzen en mogelijkheden op en ontdekken wat wel en niet bij hen past. Ze proberen zichzelf uit in verenigingen, met vrienden, reizen en werk. De twintiger zoekt in het werk uitdaging en verandering. Daarom zie je hen regelmatig nog jobhoppen. De twintiger wil veel uitproberen en op korte termijn resultaat zien. Zien ze dat niet, dan neemt hun motivatie af.
De dertiger
De dertiger kent zijn eigen grenzen en mogelijkheden. Dat heeft hij in zijn twinteriger jaren ontdekt. De dertiger is nuchterder en zakelijker. Hij denkt meer rationeel na en pakt dingen meer planmatig aan. De dertiger gaat zich settelen in relatie, gezin en huis. Hij is vitaal, heeft veel energie en neemt veel hooi op zijn volk. In deze leeftijdsfase draait het veelal nog om materiële zaken, zoals eigen huis, auto, geld en vakantiebestemming. De dertiger pakt veel aan, ook met betrekking tot plannen, organiseren, systemen opzetten en doelen stellen en behalen. Dit is dus de ideale medewerker voor een organisatie. Hier wordt nog wel eens misbruik van gemaakt. Een burn-out ligt dan ook op de loer.
De veertiger
Veel veertiger zitten op hun plek. De andere kant is, dat de routine erin sluipt en dat veertigers hun kont tegen de krib in gaan gooien. Het optimisme en de zekerheid van de dertiger trekt wat weg, omdat de veertiger zich realiseert dat hij ouder wordt. Regelmatig kunnen vragen naar boven komen als ‘Is dit het nu?’ en ‘Wat zijn mijn mogelijkheden?’ De veertiger zit in een soort overgangsfase van energiek dertiger die nog verschillende kanten op kan, naar de berustende vijftiger. Als de veertiger bewust met dit proces bezig gaat en actie onderneemt, dan kan er een zinvole invulling van zijn leven komen. Doet hij dat niet, dan kan hij zich slachtoffer gaan voelen van alles wat er om hem heen gebeurt. Werk krijgt meestal een andere betekenis in de context van gezin, vrije tijd en het verenigingsleven. De veertiger begint zich te beseffen dat hij gewaardeerd wordt om wie hij is en niet om wat hij doet. Er ontstaat ruimte voor creativiteit. Deze overgangsfase kan twee kanten opgaan: opbranden of opschonen.
De vijftiger
Er zijn twee soorten vijftigers. De ene vijftiger heeft rust en stabiliteit gevonden. Dit zorgt voor nieuwe creativiteit. Er is meer ruimte voor bezinning en interesse in mens en maatschappij. Deze vijftiger heeft harmonie gevonden met zichzelf. Hij wordt fysiek ouder, maar mentaal jonger. Deze vijftiger kan goed objectiveren en daardoor beter afstand nemen. Op deze manier kan hij makkelijker moeilijke beslissingen nemen.
De andere vijftiger gaat zich meer en meer ergeren aan de dingen die gebeuren. Deze vijftiger reageert vaak negatief en ziet weinig kansen of mogelijkheden, want ‘hij heeft alles al eens gezien’. Het is allemaal al eens geprobeerd en het heeft toch niets opgeleverd. Deze vijftiger gedraagt zich op het werk als een betweter en is moeilijk in beweging te krijgen. Hij telt de jaren die hij nog moet.
De zestiger
Tot voor kort was er nog maar weinig aandacht voor deze groep, omdat ze regelmatig met vervroegd pensioen of de VUT gingen. Nu wordt deze groep medewerkers steeds groter, vanwege de stijging van de pensioenleeftijd. Deze groep realiseert zich dat ze niet meer de jongste zijn. Ze willen hun tijd verdelen tussen niet te inspannend werk en de familie, zeker als er kleinkinderen zijn. Meestal krijgen ze haast en willen ze niets meer uitstellen nu ze nog vitaal zijn. Zestigers willen vooral leuke dingen in hun werk combineren met niet te zware verantwoordelijkheid en parttime werken. Zestiger kunnen ingezet worden op plekken waar de volgende kwaliteiten gewenst zijn: overzicht, coachen van jonge medewerkers, kennis overdracht en een stabiele factor.
Bron: Quant, P (2011) Gemotiveerde medewerkers! De bonus van Het Nieuwe Werken. Uitgeverij van Schouten & Nelissen: Zaltbommel